Witte woestijn – lyrisch kubisme
Nieuw werk van Agmon van der Veen
Het recente werk van beeldend kunstenaar Agmon van der Veen is ontstaan als eindresultaat wanneer zijn artistieke virtuositeit die hij door zestig jaar ervaring bereikte de “kritische massa” heeft overschreden. Nadat hij jaren lang diverse vormen van expressie als uitdrukking van zijn emotionele ervaringen heeft gebruikt, is het hem gelukt om een totaal innovatieve stijl te ontwikkelen in een serie landschappen genoemd “Witte woestijn”.
De kunst van de 20ste eeuw karakteriseert zich in een verscheidenheid van schilderstijlen: impressionisme, kubisme, expressionisme, futurisme, surrealisme en abstracte schilderkunst passeren de revue. Het gaat om het vervagen van de vorm en het loslaten van een realistische benadering bij de impressionisten, vervormen van de werkelijkheid bij expressionisme, het afbreken en uit elkaar halen van de vorm bij kubisme, bizarre afbeelding van de werkelijkheid bij surrealisme en uiteindelijk het verdwijnen van object en werkelijkheid in de abstractie.
Kortom, ondergaat de vorm metamorfose van de realiteit tot een absoluut vacuüm in de abstracte schilderstijl.
Deze verschillen in de weergave van de werkelijkheid zijn bepaald door een slingerbeweging tussen het observeren van de omgeving en een aansluitende gedachte die een commentaar op de ontvangen informatie levert.
Deze verscheidenheid van de schilderstijlen in de 20 ste eeuw leidde uiteindelijk tot het vastlopen van de ontwikkelingen in de kunsten doordat de mogelijkheden in een beeldende weergave van de realiteit uitgeput raakten. Als gevolg verlieten veel jonge kunstenaars het traditionele medium in een voordeel van ReadyMade (“Kantenklaar”), Body Art performances, installaties, conceptuele kunst, fotografie en videokunst.
Toch slaagt Agmon in een poging om met een knipoog naar het verleden een nieuwe stilistische standpunt te nemen dat het lyrische en kubistische combineert.
De bekende kunsthistoricus Sir Ernst Gombrich beweerde: “Kunstenaars schilderen niet wat ze zien, maar een beeld van de wereld die zij zien:” Gombrich beweerde dat de kunstenaar een wereldbeeld creëert op basis van zijn filosofische kijk op de werkelijkheid, die ook indirect van invloed is op het emotionele aspect van zijn werk. Inderdaad, Agmon creëert een wereldbeeld dat een fascinerende mix is van “Apollinische” (zichtbare) en “Dionysische”(onzichtbare). Apollinische staat voor het streven naar stabiliteit, evenwichtige symmetrie en esthetiek. Dionysische tracht het bestaande harmonieuze evenwicht te ondermijnen.
De landschappen uit de serie “White Desert” bieden een unieke plastische oplossing van deze tweestrijd: het ontstaan van een nieuwe stroming in de kunsten die wij het “Lyrisch kubisme” kunnen noemen.
Witte woestijn vertegenwoordigt de leegte, het “niets”, absolute goddelijke; zwijgende God die getuige is van de gruwelen van de Holocaust. Stille schreeuw om rust. De kunstenaar beeldt de werkelijkheid niet uit in een chaotische toestand, maar laat op een lyrische manier huizen, bomen, lucht aarde en soms zelfs menselijke gedaantes ontstaan, die hun stille universum met rust en genegenheid vullen.
Witte- en pastelkleuren weerspiegelen lyrische emotionele expressie die het wereldbeeld van Appolonia vertegenwoordigt dat naar orde in de wereld streeft. In de Talmoed staat: “Me’ain tetze Thora?” (“Waaruit komt de Thora?”). De schriftgeleerden veranderden één teken waardoor een raadsel is ontstaan: “Me’ain tetze Tora!” ( Uit het niets komt de Thora!”). De interpretatie luidt: God laat de Heilige schrift uit het niets verschijnen. In zijn schilderijen toont Agmon een plastische uitwerking van de raadselachtige artistieke band tussen de wereld die in de witte, schijnbaar rustige homogene penseelstreken verborgen schuilt en de materiele wereld. Een Dionysische storm in een absoluut vacuüm – oneindig raadselachtige God. Daaruit zijn wij ontstaan en in het niets verdwijnen wij…
Door op deze verraderlijk rustig en sereen witte achtergrond de meest gebruikelijke elementen te plaatsen (lucht, land, huizen, bomen en mensen) biedt Agmon de kijker een harmonieuze oplossing van het raadsel achter het menselijke bestaan.
De ontdekking van deze nieuwe stijl die wij “Lyrisch kubisme” kunnen noemen door Agmon van der Veen betekent niet alleen een doorbraak in zijn artistieke carrière maar is ook van belang voor de kunstenaarsgemeenschap in het geheel. Zijn terugkeer naar het traditionele medium van vorige eeuw maakt de alchemistische synthese mogelijk, die verbinding tussen het kubisme en geometrische realisme rechtvaardigt (als echo van Malevich) en de Fauvistische kleuren tot een lyrische pastel omtovert.
Hiermee bouwt Agmon de brug voor jonge kunstenaars die op zoek zijn naar de verbindingen tussen het verleden en het heden op weg naar de toekomst. Zijn filosofische wereldbeeld dat de geboorte van de lyrisch kubistische artistieke taal mogelijk maakt op basis van pittoreske Witte Woestijn landschappen wordt geassocieerd met de leegte, het verdwijnen in het niets, zwijgende God. Als Holocaust overlevende probeert Agmon zijn angsten voor het oneindige en raadselachtige te dempen door het presenteren van een concrete werkelijkheid en haar te plaatsen in een evenwichtige en harmonieuze Apollinische omgeving en geeft de mensheid daarmee hoop en vertrouwen in de toekomst.
Igal Vardi, 2014
Nederlandse vertaling: Mirjam Tsoukernik